Genesis 44:23

23 Toen zeidet gij tot uw knechten: Indien uw kleinste broeder met u niet afkomt, zo zult gij mijn aangezicht niet meer zien.

Genesis 44:23 Meaning and Commentary

Genesis 44:23

And thou saidst unto thy servants
In answer to the representation of things made by them, and notwithstanding that: except your youngest brother come down with you, you shall see my face
no more;
which though not before related in the discourse, which passed between Joseph and his brethren, in express terms, yet might be justly inferred from what he said; nay, might be expressed in so many words, though not recorded, and as it seems plainly it was, as appears from ( Genesis 43:3 ) .

Genesis 44:23 In-Context

21 Toen zeidet gij tot uw knechten: Brengt hem af tot mij, dat ik mijn oog op hem sla.
22 En wij zeiden tot mijn heer: Die jongeling zal zijn vader niet kunnen verlaten; indien hij zijn vader verlaat, zo zal hij sterven.
23 Toen zeidet gij tot uw knechten: Indien uw kleinste broeder met u niet afkomt, zo zult gij mijn aangezicht niet meer zien.
24 En het is geschied, als wij tot uw knecht, mijn vader, opgetrokken zijn, en wij hem de woorden mijns heren verhaald hebben;
25 En dat onze vader gezegd heeft: Keert weder. koopt ons een weinig spijze;
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.