Handelingen 2:32

32 Dezen Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn.

Handelingen 2:32 Meaning and Commentary

Acts 2:32

This Jesus hath God raised up
That is, from the dead,

whereof we are all witnesses;
namely, of his resurrection, they having seen him, and heard him, and ate, and drank, and conversed with him since his resurrection; and which was true, not of the twelve apostles only, but of the whole company: or "we are all his witnesses"; either of God, who raised Christ from the dead; or of Christ who was raised by him; and indeed, they bore testimony to the whole of this, to Christ, and to his resurrection, and to its being done by God the Father.

Handelingen 2:32 In-Context

30 Alzo hij dan een profeet was, en wist, dat God hem met ede gezworen had, dat hij uit de vrucht zijner lenden, zoveel het vlees aangaat, den Christus verwekken zou, om Hem op zijn troon te zetten;
31 Zo heeft hij, dit voorziende, gesproken van de opstanding van Christus, dat Zijn ziel niet is verlaten in de hel, noch Zijn vlees verderving heeft gezien.
32 Dezen Jezus heeft God opgewekt; waarvan wij allen getuigen zijn.
33 Hij dan, door de rechter hand Gods verhoogd zijnde, en de belofte des Heiligen Geestes, ontvangen hebbende van den Vader, heeft dit uitgestort, dat gij nu ziet en hoort.
34 Want David is niet opgevaren in de hemelen; maar hij zegt: De Heere heeft gesproken tot Mijn Heere: Zit aan Mijn rechter hand.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.