Handelingen 23:15

15 Gij dan nu, laat den overste weten met den raad, dat hij hem morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere kennis zoudt nemen van zijn zaken; en wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij u komt.

Handelingen 23:15 Meaning and Commentary

Acts 23:15

Now therefore ye with the council
The whole sanhedrim; their sense is, that they would have the sanhedrim convened by the chief priests and elders, and being met together, then to

signify to the chief captain;
or let him know that they were assembled together, upon the affair of Paul, and that they here desirous he might be brought before them:

that he bring him down unto you tomorrow;
from the castle of Antonia to the place where the sanhedrim met; the word "tomorrow" is not in the Alexandrian copy, nor in the Vulgate Latin, Syriac, and Ethiopic versions; and then it should seem that they desired him to be brought down forthwith, or otherwise they must propose to fast all that day, and so long on the morrow, till Paul was brought down; but that the common reading is right, appears from the chief captain's sending away Paul at the third hour of the night following, to prevent their designs on the morrow, ( Acts 23:23 ) . The pretence formed for his being brought down is,

as though ye would inquire something more perfectly concerning him;
what he had done, which had occasioned this uproar, what it was he was charged with, and whether he was guilty or not:

and we, or ever he come near:
where the sanhedrim sat;

are ready to kill him;
lying in wait in some private place between the castle and the temple, from whence they intended to rush out at once upon him, and murder him; far enough both from the temple and the council, that both the one might not be defiled, though they did not greatly stick at that in those times, and that the other might not be charged with having any hand in his death.

Handelingen 23:15 In-Context

13 En zij waren meer dan veertig, die dezen eed te zamen gedaan hadden;

14 Dewelke gingen tot de overpriesters en de ouderlingen, en zeiden: Wij hebben ons zelven met vervloeking vervloekt, niets te zullen nuttigen, totdat wij Paulus zullen gedood hebben

15 Gij dan nu, laat den overste weten met den raad, dat hij hem morgen tot u afbrenge, alsof gij nadere kennis zoudt nemen van zijn zaken; en wij zijn bereid hem om te brengen, eer hij bij u komt.

16 En als de zoon van Paulus' zuster deze lage gehoord had, kwam hij daar, en ging in de legerplaats, en boodschapte het Paulus.

17 En Paulus riep tot zich een van de hoofdmannen over honderd, en zeide: Leid dezen jongeling heen tot den overste; want hij heeft hem wat te boodschappen.