Jeremia 10:22

22 Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning der draken.

Jeremia 10:22 Meaning and Commentary

Jeremiah 10:22

Behold the noise of the bruit is come
Or, "the voice of hearing" F3; that is, the voice heard; the report that was made that the king of Babylon had invaded the land, and was coming up to besiege Jerusalem: "and a great commotion out of the north country"; a large army from Babylon, which lay north of Judea, which came with great noise, and caused a great trembling and shaking among the inhabitants of the land whither they were coming: to make the cities of Judah desolate, and a den of dragons;
this shows that the whole paragraph is to be understood of the Jewish nation, and of their destruction. (See Gill on Jeremiah 9:11).


FOOTNOTES:

F3 (hewmv lwq) "vox auditionis", Pagninus, Montanus; "vox auditus", Vatablus, Calvin; "vox famae", Schmidt.

Jeremia 10:22 In-Context

20 Mijn tent is verstoord, en al mijn zelen zijn verscheurd; mijn kinderen zijn van mij uitgegaan, en zij zijn er niet; er is niemand meer, die mijn tent uitspant, en mijn gordijnen opricht.
21 Want de herders zijn onvernuftig geworden, en hebben den HEERE niet gezocht; daarom hebben zij niet verstandiglijk gehandeld, en hun ganse weide is verstrooid.
22 Ziet, er komt een stem des geruchts, en een groot beven uit het land van het noorden; dat men de steden van Juda zal stellen tot een verwoesting, een woning der draken.
23 Ik weet, o HEERE! dat bij den mens zijn weg niet is; het is niet bij een man, die wandelt, dat hij zijn gang richte.
24 Kastijd mij, HEERE! doch met mate; niet in Uw toorn, opdat Gij mij niet te niet maakt.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.