Jeremia 32:1

1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in het tiende jaar van Zedekia, koning van Juda; dit jaar was het achttiende jaar van Nebukadrezar.

Jeremia 32:1 Meaning and Commentary

Jeremiah 32:1

The word that came to Jeremiah from the Lord
The word of prophecy, as the Targum, concerning Jeremiah's buying the field of his uncle's son, ( Jeremiah 32:6 ) ; and concerning the delivery of the city of Jerusalem into the hands of the Chaldeans, ( Jeremiah 32:26 ) ; and the return of the captivity, ( Jeremiah 32:36 ) ; in the tenth year of Zedekiah king of Judah, which [was] the eighteenth
year of Nebuchadrezzar;
the same with Nebuchadnezzar king of Babylon, a year before the taking of the city by him; for that was in the eleventh of Zedekiah, and the nineteenth of Nebuchadnezzar; see ( Jeremiah 52:1 Jeremiah 52:5 Jeremiah 52:12 ) .

Jeremia 32:1 In-Context

1 Het woord, dat tot Jeremia geschied is van den HEERE, in het tiende jaar van Zedekia, koning van Juda; dit jaar was het achttiende jaar van Nebukadrezar.
2 (Het heir nu des konings van Babel belegerde toen Jeruzalem, en de profeet Jeremia was besloten in het voorhof der bewaring, dat in het huis des konings van Juda is.
3 Want Zedekia, de koning van Juda, had hem besloten, zeggende: Waarom profeteert gij, zeggende: Zo zegt de HEERE: Ziet, Ik geef deze stad in de hand des konings van Babel, en hij zal ze innemen;
4 En Zedekia, de koning van Juda, zal van de hand der Chaldeen niet ontkomen; maar hij zal zekerlijk gegeven worden in de hand des konings van Babel, en zijn mond zal tot deszelfs mond spreken, en zijn ogen zullen deszelfs ogen zien;
5 En hij zal Zedekia naar Babel voeren, en aldaar zal hij zijn, totdat Ik hem bezoek, spreekt de HEERE; ofschoon gijlieden tegen de Chaldeen strijdt, gij zult toch geen geluk hebben.)
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.