Jeremia 42:16

16 Zo zal het geschieden, dat het zwaard, waar gij voor vreest, u aldaar in Egypteland zal achterhalen; en de honger, waar gij voor zorgt, zal u aldaar in Egypte achter aankleven, en gij zult aldaar sterven.

Jeremia 42:16 Meaning and Commentary

Jeremiah 42:16

Then it shall come to pass
That the various judgments following should come upon them: [that] the sword, which ye feared, shall overtake you there in the land
of Egypt;
that is, the sword; of Nebuchadnezzar king of Babylon, which they feared they should fall by in Judea; this should come after them in Egypt, and there overtake them, as it did; Egypt being destroyed by the king of Babylon, as it was foretold it should, ( Jeremiah 46:25 Jeremiah 46:26 ) ; and the famine, whereof you were afraid, shalt follow close after you
there in Egypt;
the famine they were afraid would come upon them in Judea, should pursue them, overtake them, seize on them, and cleave unto them, in Egypt; thus the evils they thought to escape, by moving from one place, should befall them in another; there is no fleeing from the presence, power, and hand of God: and there ye shall die;
either by the sword, or by famine, or by pestilence, as in the ( Jeremiah 42:17 ) .

Jeremia 42:16 In-Context

14 Zeggende: Neen, maar wij zullen gaan in Egypteland, alwaar wij geen krijg zullen zien, noch het geluid der bazuin horen, noch naar brood hongeren, en daar zullen wij blijven;
15 Nu dan, daarom hoort des HEEREN woord, gij overblijfsel van Juda! Zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Indien gij ganselijk uw aangezichten zult stellen om in Egypte te gaan, en zult henen ingaan, om aldaar als vreemdelingen te verkeren;
16 Zo zal het geschieden, dat het zwaard, waar gij voor vreest, u aldaar in Egypteland zal achterhalen; en de honger, waar gij voor zorgt, zal u aldaar in Egypte achter aankleven, en gij zult aldaar sterven.
17 Zo zullen al de mannen zijn, die hun aangezichten stellen, om in Egypte te gaan, om aldaar als vreemdelingen te verkeren; zij zullen sterven door het zwaard, door den honger en door de pestilentie; en zij zullen niemand hebben, die overblijve of ontkome van het kwaad, dat Ik over hen zal brengen.
18 Want zo zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels: Gelijk als Mijn toorn, en Mijn grimmigheid is uitgestort over de inwoners van Jeruzalem, alzo zal Mijn grimmigheid over ulieden uitgestort worden, als gij in Egypte zult gekomen zijn; en gij zult wezen tot een vervloeking, en tot een ontzetting, en tot een vloek, en tot smaadheid, en zult deze plaats niet meer zien.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.