Jeremia 48:29

29 Wij hebben Moabs hovaardij gehoord (hij is zeer hovaardig), zijn trotsheid, en zijn hovaardij, en zijn hoogmoed, en zijns harten hoogmoed.

Jeremia 48:29 Meaning and Commentary

Jeremiah 48:29

We have heard the pride of Moab
Israel, and all the nations round about, had heard of this, and seen or heard of many instances of it; the thing was notorious; according to Kimchi, it is the prophet that here speaks in the name of the nations; but it seems best to understand it of the Lord himself, as appears from the ( Jeremiah 48:30 ) ; and who here speaks in the plural number, because of the plurality of persons in the Godhead; as he afterwards does in the singular number, to denote the unity of the divine essence: (he is exceeding proud) his loftiness, and his arrogancy, and his
pride, and the haughtiness of his heart;
a heap of words to express the same thing; suggesting that the instances of his pride were many, and that it was exceeding great indeed: these many words were little enough; and indeed words were wanting fully to declare it. The same was observed in Isaiah's time, and in much the same language; only more words are here used, to show that his pride was increased since that time; see ( Isaiah 16:6 ) .

Jeremia 48:29 In-Context

27 Want is u niet Israel ter belaching geweest? Was hij onder de dieven gevonden, dat gij u zo bewoogt, van den tijd af, dat uw woorden van hem waren?

28 Verlaat de steden, en woont in de steenrots, gij inwoners van Moab! en wordt gelijk een duif, die in de doorgangen van den mond eens hols nestelt.

29 Wij hebben Moabs hovaardij gehoord (hij is zeer hovaardig), zijn trotsheid, en zijn hovaardij, en zijn hoogmoed, en zijns harten hoogmoed.

30 Ik ken zijn verbolgenheid, spreekt de HEERE, maar niet alzo; zijn grendelen doen het zo niet.

31 Daarom zal Ik over Moab huilen, ja, om gans Moab zal Ik krijten; over de lieden van Kir-heres zal men zuchten.