Jeremia 48:3

3 Er is een stem des gekrijts van Horonaim; verstoring en een grote breuk!

Jeremia 48:3 Meaning and Commentary

Jeremiah 48:3

A voice of crying [shall be] from Horonaim
Another city of Moab. The word is of the dual number; and, according to Kimchi and Ben Melech, there were two Horons, the upper and the lower; of this place (See Gill on Isaiah 15:5); this also should be destroyed; and so a cry of the inhabitants of it should be heard out of it: spoiling, and great destruction;
because the city was spoiled, and a great destruction made in the inhabitants and riches of it.

Jeremia 48:3 In-Context

1 Tegen Moab zegt de HEERE der heirscharen, de God Israels, alzo: Wee over Nebo, want zij is verstoord; Kirjathaim is beschaamd, zij is ingenomen; de stad des hogen vertreks is beschaamd en verschrikt.
2 Moabs roem van Hesbon is er niet meer; zij hebben kwaad tegen haar gedacht, zeggende: Komt, en laat ons haar uitroeien, dat zij geen volk meer zij; ook gij, o Madmen! zult nedergehouwen worden, het zwaard zal achter u heengaan.
3 Er is een stem des gekrijts van Horonaim; verstoring en een grote breuk!
4 Moab is verbroken; haar kleine kinderen hebben een gekrijt laten horen.
5 Want in den opgang van Luhith zal geween bij geween opgaan, want in den afgang van Horonaim hebben Moabs wederpartijders een jammergeschrei gehoord.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.