Jeremia 50:41

41 Ziet, daar komt een volk uit het noorden; en een grote natie, en geweldige koningen zullen van de zijden der aarde opgewekt worden.

Jeremia 50:41 Meaning and Commentary

Jeremiah 50:41

Behold, a people shall come from the north, and a great
nation
The Modes and Persians, whose country lay north of Babylon: (See Gill on Jeremiah 50:9); and many kings shall be raised up from the coasts of the earth;
the kings of Ararat, Minni, and Ashchenaz, ( Jeremiah 51:27 ) ; and of the Armenians and other nations that Cyrus had subdued and brought with him in his army against Babylon, as Xenophon F19 relates. Ten kings shall be raised up against mystical Babylon, and hate her, and burn her with fire, ( Revelation 17:12 Revelation 17:16 ) .


FOOTNOTES:

F19 Cyropaedia, l. 5. c. 15.

Jeremia 50:41 In-Context

39 Daarom zo zullen de wilde dieren der woestijnen met de wilde dieren der eilanden daarin wonen; ook zullen de jonge struisen daarin wonen; en men zal er geen verblijf meer hebben in eeuwigheid, en zij zal niet bewoond worden van geslacht tot geslacht.
40 Gelijk God Sodom en Gomorra en haar naburen heeft omgekeerd, spreekt de HEERE, alzo zal niemand aldaar wonen, en geen mensenkind in haar verkeren.
41 Ziet, daar komt een volk uit het noorden; en een grote natie, en geweldige koningen zullen van de zijden der aarde opgewekt worden.
42 Boog en spies zullen zij voeren; wreed zijn zij, en zullen niet barmhartig zijn; hun stem zal bruisen als de zee, en op paarden zullen zij rijden; het is toegerust als een man ten oorlog, tegen u, o dochter van Babel!
43 De koning van Babel heeft hunlieder gerucht gehoord, en zijn handen zijn slap geworden; benauwdheid heeft hem aangegrepen, weedom als van een barende vrouw.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.