Jeremia 52:21

21 Aangaande de pilaren, achttien ellen was de hoogte eens pilaars, en een draad van twaalf ellen omving hem; en zijn dikte was vier vingeren, en hij was hol.

Jeremia 52:21 Meaning and Commentary

Jeremiah 52:21

And [concerning] the pillars, the height of one pillar [was]
eighteen cubits
As in ( 1 Kings 7:15 ) ; said to be thirty five, ( 2 Chronicles 3:15 ) ; of the reconciliation of which, (See Gill on 2 Chronicles 3:15): and a fillet of twelve cubits did compass it;
a thread or line of that measure encompassed each of the pillars, ( 1 Kings 7:15 ) ; and the thickness thereof [was] four fingers;
either of the pillar, or the fillet about it; that is, the brass of it was four fingers thick: [it was] hollow;
that is, the pillar was hollow.

Jeremia 52:21 In-Context

19 En de overste der trawanten nam weg de schalen, en de wierookvaten, en de sprengbekkens, en de potten, en de kandelaars, en de rookschalen, en de kroezen; wat geheel goud, en wat geheel zilver was.
20 De twee pilaren, de ene zee, en de twaalf koperen runderen, die in de plaats der stellingen waren, die de koning Salomo voor het huis des HEEREN gemaakt had; het koper daarvan, te weten van al deze vaten, was zonder gewicht.
21 Aangaande de pilaren, achttien ellen was de hoogte eens pilaars, en een draad van twaalf ellen omving hem; en zijn dikte was vier vingeren, en hij was hol.
22 En het kapiteel daarop was koper, en de hoogte des enen kapiteels was vijf ellen, en een net, en granaatappelen op het kapiteel rondom, alles koper; en dezen gelijk had de andere pilaar, met granaatappelen.
23 En de granaatappelen waren zes en negentig, gezet naar den wind; alle granaatappelen waren honderd, over het net rondom.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.