Jesaja 14:21

21 Maakt de slachting voor zijn kinderen gereed, om hunner vaderen ongerechtigheid wil; dat zij niet opstaan, en de aarde erven, en de wereld vervullen met steden;

Jesaja 14:21 Meaning and Commentary

Isaiah 14:21

Prepare slaughter for his children
These words are directed to the Medes and Persians, to prepare instruments of slaughter, and make use of them; and prepare themselves for the slaughter of the whole royal family, Belshazzar and all his children. So it is threatened to Jezebel, or the Romish antichrist, that all her children should be killed with death, ( Revelation 2:23 ) : for the iniquity of their fathers;
they imitating and following them in their sins, partaking of them, and filling up the measure of their iniquities: that they do not rise, nor possess the land;
stand up and succeed him in the government of the land, as their inheritance: nor fill the face of the world with cities;
as their ancestors had done, which were built by them to perpetuate their name and glory, and to keep the nations in awe subdued by them. The Targum renders it, "with enemies"; which is followed by Aben Ezra, Jarchi, and Kimchi; and so the Septuagint, Syriac, and Arabic versions, "with wars"; to the great disturbance of the peace of the world, and to the disquietude of the inhabitants of it; which is a great plague to the world, and a judgment in it.

Jesaja 14:21 In-Context

19 Maar gij zijt verworpen van uw graf, als een gruwelijke scheut, als een kleed der gedoden, die met het zwaard doorstoken zijn; als die nederdalen in een steenkuil, als een vertreden dood lichaam.
20 Gij zult bij dezelve niet gevoegd worden in de begrafenis; want gij hebt uw land verdorven, en uw volk gedood; het zaad der boosdoeners zal in der eeuwigheid niet genoemd worden.
21 Maakt de slachting voor zijn kinderen gereed, om hunner vaderen ongerechtigheid wil; dat zij niet opstaan, en de aarde erven, en de wereld vervullen met steden;
22 Want Ik zal tegen hen opstaan, spreekt de HEERE der heirscharen, en Ik zal van Babel uitroeien den naam en het overblijfsel, en den zoon en den zoonszoon, spreekt de HEERE.
23 En Ik zal hen stellen tot een erve der nachtuilen, en tot waterpoelen; en Ik zal hen met een bezem des verderfs uitvagen, spreekt de HEERE der heirscharen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.