Jesaja 39:4

4 En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide: Zij hebben alles gezien, wat in mijn huis is; geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.

Jesaja 39:4 Meaning and Commentary

Isaiah 39:4

Then said he, what have they seen in thine house?
&c.] Coming nearer to the point he had in view, and which was the thing that was displeasing to the Lord; not that he had received the ambassadors, and used them in such a manner as persons in such a quality ought to be used; but that he had shown them what he ought not to have done, and especially from such a principle of pride and vanity as he did: and Hezekiah answered
without any reserve, very openly, not suspecting that the prophet was come with a reproof to him, or to blame him, or would blame him for what he had done: all that is in my house have they seen;
the several royal apartments, and the furniture of them: there is nothing among my treasures that I have not showed them:
which were more secret, laid up in cabinets, under lock and key; his gold, silver, jewels, and precious stones, spices, and ointments. Jerom thinks he showed them the furniture and vessels of the temple, though he does not mention them.

Jesaja 39:4 In-Context

2 En Hizkia verblijdde zich over hen, en hij toonde hun zijn schathuis, het zilver, en het goud, en de specerijen, en de beste olie, en zijn ganse wapenhuis, en al wat gevonden werd in zijn schatten; er was geen ding in zijn huis, noch in zijn ganse heerschappij, dat Hizkia hun niet toonde.
3 Toen kwam de profeet Jesaja tot den koning Hizkia, en zeide tot hem: Wat hebben die mannen gezegd, en van waar zijn zij tot u gekomen? En Hizkia zeide: Zij zijn uit verren lande tot mij gekomen, uit Babel.
4 En hij zeide: Wat hebben zij gezien in uw huis? En Hizkia zeide: Zij hebben alles gezien, wat in mijn huis is; geen ding is er in mijn schatten, dat ik hun niet getoond heb.
5 Toen zeide Jesaja tot Hizkia: Hoor het woord des HEEREN der heirscharen.
6 Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, en wat uw vaders opgelegd hebben tot een schat tot op dezen dag, naar Babel weggevoerd zal worden; er zal niets overgelaten worden, zegt de HEERE.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.