Jesaja 39:8

8 Maar Hizkia zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: Doch het zij vrede en waarheid in mijn dagen!

Jesaja 39:8 Meaning and Commentary

Isaiah 39:8

Then said Hezekiah to Isaiah, good is the word of the Lord
which thou hast spoken
Hezekiah was at once convinced of his sin, acknowledged it and repented of it, and owned that the sentence pronounced was but just and right; and that there was a mixture of mercy and goodness in it, in that time was given, and it was not immediately executed: he said moreover, for there shall be peace and truth in my days;
or a confirmed peace, lasting prosperity, peace in the state, and truth in the church, plenty of temporal mercies, and the truth of doctrine and worship, which he understood by the prophet would continue in his days, and for which he was thankful; not that he was unconcerned about posterity, but inasmuch as it must be, what was foretold, and which he could not object to as unjust, he looked upon it as a mercy to him that there was a delay of it to future times; or it may be considered as a wish, "O that there were peace" ^F7

---

FOOTNOTES:

F7 (Mwlv hyhy yk) (genesyw de eirhnh) , Sept.; so the V. L. Syriac and Arabic versions; "O si fieret pax", Forerius; "precor ut sit pax", Vatablus; which is preferred by Noldius Ebr. Cocord. Part. p. 407. No. 1153.

Jesaja 39:8 In-Context

6 Zie, de dagen komen, dat al wat in uw huis is, en wat uw vaders opgelegd hebben tot een schat tot op dezen dag, naar Babel weggevoerd zal worden; er zal niets overgelaten worden, zegt de HEERE.

7 Daartoe zullen zij van uw zonen, die uit u zullen voortkomen, die gij gewinnen zult, nemen, dat zij hovelingen zijn in het paleis des konings van Babel.

8 Maar Hizkia zeide tot Jesaja: Het woord des HEEREN, dat gij gesproken hebt, is goed. Ook zeide hij: Doch het zij vrede en waarheid in mijn dagen!