Jesaja 63:4

4 Want de dag der wraak was in Mijn hart, en het jaar Mijner verlosten was gekomen.

Jesaja 63:4 Meaning and Commentary

Isaiah 63:4

For the day of vengeance is in my heart
Resolved on with him, fixed by him, and which is desirable to him; he has it at heart, and longs as it were till the time is come to avenge the blood of his saints on the Romish antichrist, whom he will destroy with the breath of his mouth, and the brightness of his coming; see ( 2 Thessalonians 2:8 ) and when he shall pour out all his vials on the antichristian states, and revenge the cause and quarrel of his people, ( Revelation 16:1 Revelation 16:6 Revelation 16:7 ) ( 18:20 ) ( 19:2 ) : and the year of my redeemed is come;
the time when those who are already redeemed by the blood of Christ, and so are his property, whom he claims as his own, being the purchase of his blood, shall be redeemed again from antichristian bondage and slavery, shall be called and brought out of Babylon; and when those, who have led them captive, shall go into captivity themselves: this will be a jubilee year to the saints; a time of refreshing from the presence of the Lord; when, being rid of all their persecuting enemies, they will enjoy the utmost peace, prosperity, and safety; see ( Revelation 13:10 ) ( 18:4 ) ( Revelation 19:20 Revelation 19:21 ) .

Jesaja 63:4 In-Context

2 Waarom zijt Gij rood aan Uw gewaad, en Uw klederen als van een, die in de wijnpers treedt?

3 Ik heb de pers alleen getreden, en er was niemand van de volken met Mij; en Ik heb hen getreden in Mijn toorn, en heb hen vertrapt in Mijn grimmigheid; en hun kracht is gesprengd op Mijn klederen, en al Mijn gewaad heb Ik bezoedeld.

4 Want de dag der wraak was in Mijn hart, en het jaar Mijner verlosten was gekomen.

5 En Ik zag toe, en er was niemand die hielp; en Ik ontzette Mij, en er was niemand, die ondersteunde; daarom heeft Mijn arm Mij heil beschikt, en Mijn grimmigheid heeft Mij ondersteund,

6 En Ik heb de volken vertreden in Mijn toorn, en Ik heb hen dronken gemaakt in Mijn grimmigheid; en Ik heb hun kracht ter aarde doen nederdalen.