Johannes 8:27

27 Zij verstonden niet, dat Hij hun van den Vader sprak.

Johannes 8:27 Meaning and Commentary

John 8:27

They understood not that he spake to them of the Father.
] That sent him, and who was true and faithful to all he had said, whether in a way of promise, or threatening; such was their stupidity, that they did not know that he meant God the Father by him that sent him, so deriving his mission and doctrine from him; their hearts were made fat, and hardened, and their eyes were blinded. The Vulgate Latin version reads, "they did not know that he said, God was his Father"; and so Beza's most ancient copy, and another exemplar of his.

Johannes 8:27 In-Context

25 Zij zeiden dan tot Hem: Wie zijt Gij? En Jezus zeide tot hen: Wat Ik van den beginne ulieden ook zegge.
26 Ik heb vele dingen van u te zeggen en te oordelen; maar Die Mij gezonden heeft, is waarachtig; en de dingen, die Ik van Hem gehoord heb, dezelve spreek Ik tot de wereld.
27 Zij verstonden niet, dat Hij hun van den Vader sprak.
28 Jezus dan zeide tot hen: Wanneer gij den Zoon des mensen zult verhoogd hebben, dan zult gij verstaan, dat Ik Die ben, en dat Ik van Mijzelven niets doe; maar deze dingen spreek Ik, gelijk Mijn Vader Mij geleerd heeft.
29 En Die Mij gezonden heeft, is met Mij. De Vader heeft Mij niet alleen gelaten, want Ik doe altijd, wat Hem behagelijk is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.