Johannes 8:51

51 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid.

Johannes 8:51 Meaning and Commentary

John 8:51

Verily, verily, I say unto you
This is truth, and may be depended upon, as coming from the "Amen", and faithful witness:

if a man keep my saying;
or doctrine, receives the Gospel in the love of it, obeys it from his heart, and cordially embraces and firmly believes it; and retains and holds it fast, having a spiritual and comfortable experience of the doctrines of Christ, and yielding a cheerful and ready obedience to his commands and ordinances, in faith and love:

he shall never see death;
the second death, eternal death, which is an everlasting separation of a man, body and soul, from God: this death shall have no power on such a person, he shall never be hurt by it; and though he dies a corporeal death, that shall not be a curse, a penal evil to him; nor shall he always lie under the power of it, but shall rise again, and live in soul and body, for ever with the Lord: seeing and tasting death, as in ( John 8:52 ) , are Hebraisms expressive of dying.

Johannes 8:51 In-Context

49 Jezus antwoordde: Ik heb den duivel niet; maar Ik eer Mijn Vader, en gij onteert Mij.

50 Doch Ik zoek Mijn eer niet; er is Een, Die ze zoekt en oordeelt.

51 Voorwaar, voorwaar zeg Ik u: Zo iemand Mijn woord zal bewaard hebben, die zal den dood niet zien in der eeuwigheid.

52 De Joden dan zeiden tot Hem: Nu bekennen wij, dat Gij den duivel hebt. Abraham is gestorven, en de profeten; en zegt Gij: Zo iemand Mijn woord bewaard zal hebben, die zal den dood niet smaken in der eeuwigheid?

53 Zijt Gij meerder, dan onze vader Abraham, welke gestorven is, en de profeten zijn gestorven; wien maakt Gij Uzelven?