Jozua 15:12

12 De landpale nu tegen het westen zal zijn tot de grote zee en derzelver landpale. Dit is de landpale der kinderen van Juda rondom heen, naar hun huisgezinnen.

Jozua 15:12 Meaning and Commentary

Joshua 15:12

And the west border [was] to the great sea, and the coast
[thereof]
The western border of the tribe of Judah went along by the Mediterranean sea, which lay west to the land of Canaan; and this border reached from Jabneel to the river of Egypt, where the southern border ended, ( Joshua 15:4 ) ;

this [is] the coast of the children of Judah round about according to
their families;
but being too large, some part of it was afterwards given to Simeon, and some particular cities of it were given to Dan and Benjamin: it was bounded on the west by the tribes of Simeon and Dan towards the Mediterranean sea, and by the tribe of Benjamin on the north, and by the wilderness of Paran on the south, and by the dead sea and Jordan on the east.

Jozua 15:12 In-Context

10 Daarna zal deze landpale zich omkeren Baala tegen het westen, naar het gebergte Seir, en zal doorgaan aan de zijde van den berg Jearim van het noorden; deze is Chesalon; en zij zal afkomen naar Beth-Semes, en door Timna gaan.

11 Verder zal deze landpale uitgaan aan de zijde van Ekron, noordwaarts, en deze landpale zal strekken naar Sichron aan, en over den berg Baala gaan, en uitgaan te Jabneel; en de uitgangen dezer landpale zullen zijn naar de zee.

12 De landpale nu tegen het westen zal zijn tot de grote zee en derzelver landpale. Dit is de landpale der kinderen van Juda rondom heen, naar hun huisgezinnen.

13 Doch Kaleb, den zoon van Jefunne, had hij een deel gegeven in het midden der kinderen van Juda, naar den mond des HEEREN tot Jozua, de stad van Arba, vader van Enak, dat is Hebron.

14 En Kaleb verdreef van daar de drie zonen van Enak, Sesai, en Ahiman, en Talmai, geboren van Enak.