Jozua 15:13

13 Doch Kaleb, den zoon van Jefunne, had hij een deel gegeven in het midden der kinderen van Juda, naar den mond des HEEREN tot Jozua, de stad van Arba, vader van Enak, dat is Hebron.

Jozua 15:13 Meaning and Commentary

Joshua 15:13

And unto Caleb the son of Jephunneh he gave a part among the
children of Judah
That is, Joshua gave it to him. This account is inserted before the cities in the lot of the tribe of Judah were enumerated, to show what was to be excepted from them, and which had been given to Caleb previous to the lot:

according to the commandment of the Lord to Joshua;
for as he had declared this to Moses, ( Deuteronomy 1:36 ) ; so it seems he also gave the same order to Joshua, who, it is not improbable, might consult the Lord about it when Caleb made his request, ( Joshua 14:12 ) ;

[even] the city of Arba the father of Anak, which [city is] Hebron;
(See Gill on Joshua 14:15).

Jozua 15:13 In-Context

11 Verder zal deze landpale uitgaan aan de zijde van Ekron, noordwaarts, en deze landpale zal strekken naar Sichron aan, en over den berg Baala gaan, en uitgaan te Jabneel; en de uitgangen dezer landpale zullen zijn naar de zee.
12 De landpale nu tegen het westen zal zijn tot de grote zee en derzelver landpale. Dit is de landpale der kinderen van Juda rondom heen, naar hun huisgezinnen.
13 Doch Kaleb, den zoon van Jefunne, had hij een deel gegeven in het midden der kinderen van Juda, naar den mond des HEEREN tot Jozua, de stad van Arba, vader van Enak, dat is Hebron.
14 En Kaleb verdreef van daar de drie zonen van Enak, Sesai, en Ahiman, en Talmai, geboren van Enak.
15 En van daar toog hij opwaarts tot de inwoners van Debir, (de naam van Debir nu was te voren Kirjath-Sefer).
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.