Jozua 18:19

19 Verder gaat deze landpale door aan de zijde van Beth-hogla noordwaarts, en de uitgangen van deze landpale zijn aan de tong der Zoutzee noordwaarts, aan het uiterste van de Jordaan zuidwaarts. Dit is de zuiderlandpale.

Jozua 18:19 Meaning and Commentary

Joshua 18:19

And the border passed along to the side of Bethhoglah
northward
Inclining somewhat toward the north, but not leaving the city to the north, for it is included in the lot of Benjamin, ( Joshua 18:21 ) ; of which place see ( Joshua 15:6 ) ;

and the outgoings of the border were at the north bay of the salt
sea;
here ended the southern border of Benjamin, even at the bay or creek of the salt sea, which looked northward, as the southern border of Judah began at that bay of it, which looked southward, ( Joshua 15:2 ) ;

at the south end of Jordan;
where it fell into the salt sea:

this [was] the south coast;
as before described.

Jozua 18:19 In-Context

17 En strekt zich van het noorden, en gaat uit te En-semes; van daar gaat zij uit naar Geliloth, welke is tegenover den opgang naar Adummim, en zij gaat af aan den steen van Bohan, den zoon van Ruben;
18 En gaat door ter zijde tegenover Araba naar het noorden, en gaat af te Araba.
19 Verder gaat deze landpale door aan de zijde van Beth-hogla noordwaarts, en de uitgangen van deze landpale zijn aan de tong der Zoutzee noordwaarts, aan het uiterste van de Jordaan zuidwaarts. Dit is de zuiderlandpale.
20 De Jordaan nu bepaalt haar aan den hoek naar het oosten. Dit is het erfdeel der kinderen van Benjamin, in hun landpalen rondom, naar hun huisgezinnen.
21 De steden nu van den stam der kinderen van Benjamin, naar hun huisgezinnen, zijn: Jericho, en Beth-hogla, en Emek-Keziz,
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.