Jozua 2:13

13 Dat gij mijn vader en mijn moeder in het leven zult behouden, als ook mijn broeders en mijn zusters, met alles, wat zij hebben; en dat gij onze zielen van den dood redden zult.

Jozua 2:13 Meaning and Commentary

Joshua 2:13

And [that] ye will save alive my father, and my mother, and
my brethren, and my sisters
She makes no mention of any husband or children she had, as harlots seldom have, and which seems to confirm her character as such; and so Abarbinel observes, that her father's house is only mentioned to tell us that she had no husband, for she was an harlot and had no children, and puts her father and mother in the room of an husband, and her brethren and sisters in the room of children:

and all that they have;
not their substance only, but their children more especially, the children of her brethren and sisters:

and deliver our lives from death;
here she manifestly includes herself, and requests the saving of her life, and the lives of all her relations, when she knew the inhabitants of the city would be all put to death upon the taking of it: thus she provided for the safety of her family, as Noah in another case and manner did, ( Hebrews 11:7 ) ; and indeed seemed more concerned for them than for herself; and thus souls sensible of their own estate and condition, by nature and grace, are very solicitous for the salvation of their relations and friends, ( Romans 9:3 ) .

Jozua 2:13 In-Context

11 Als wij het hoorden, zo versmolt ons hart, en er bestaat geen moed meer in iemand, vanwege ulieder tegenwoordigheid; want de HEERE, ulieder God, is een God boven in den hemel, en beneden op de aarde.
12 Nu dan, zweert mij toch bij den HEERE, dewijl ik weldadigheid aan ulieden gedaan heb, dat gij ook weldadigheid doen zult aan mijns vaders huis, en geeft mij een waarteken,
13 Dat gij mijn vader en mijn moeder in het leven zult behouden, als ook mijn broeders en mijn zusters, met alles, wat zij hebben; en dat gij onze zielen van den dood redden zult.
14 Toen spraken die mannen tot haar: Onze ziel zij voor ulieden om te sterven, indien gijlieden deze onze zaak niet te kennen geeft; het zal dan geschieden, wanneer de HEERE ons dit land geeft, zo zullen wij aan u weldadigheid en trouw bewijzen.
15 Zij liet hen dan neder met een zeel door het venster; want haar huis was op den stadsmuur; en zij woonde op den muur.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.