Jozua 21:40

40 Al die steden waren van de kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, die nog overig waren van de huisgezinnen der Levieten; en hun lot was twaalf steden.

Jozua 21:40 Meaning and Commentary

Joshua 21:40

So all the cities for the children of Merari by their
families
Which were distributed by lot to them, according to the number of their families, and were sufficient for them:

which were remaining of the families of the Levites;
the last division of them, besides those of the Kohathites, Levites, and the Gershonites:

were [by] their lot twelve cities;
four out of the tribe of Zebulun, four out of the tribe of Reuben, and four out of the tribe of Gad, whose names are before given,

Jozua 21:40 In-Context

38 Van den stam van Gad nu, de vrijstad des doodslagers, Ramoth in Gilead, en haar voorsteden, en Mahanaim en haar voorsteden;
39 Hesbon en haar voorsteden, Jaezer en haar voorsteden: al die steden zijn vier.
40 Al die steden waren van de kinderen van Merari, naar hun huisgezinnen, die nog overig waren van de huisgezinnen der Levieten; en hun lot was twaalf steden.
41 Al de steden der Levieten, in het midden van de erfenis der kinderen Israels, waren acht en veertig steden en haar voorsteden.
42 Deze steden waren elk met haar voorsteden rondom haar; alzo was het met al die steden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.