Jozua 22:18

18 Dewijl gij u heden van achter den HEERE afkeert, het zal dan geschieden, als gij heden wederspannig zijt tegen den HEERE, zo zal Hij Zich morgen grotelijks vertoornen tegen de ganse gemeente van Israel.

Jozua 22:18 Meaning and Commentary

Joshua 22:18

But that you must turn away this day from following the
Lord?
&c.] From the worship of the Lord, as the Targum, and so on ( Joshua 22:16 ) ; not content with the former transgression, but must add this revolt unto it, and at a time which sadly aggravates it:

and it will be, that [seeing] ye rebel to, day against the Lord;
against the Word of the Lord, as the Targum, and so on ( Joshua 22:16 ) ;

that tomorrow he will be wroth with the whole congregation of Israel;
or, in a little time, if a stop is not put to this revolt, the whole body of the people will suffer for it: here they express a concern for the whole nation of Israel, as well as for the glory of God; for sometimes the whole congregation has been charged with the sins of individuals, and punished for it, as a case after mentioned shows; see ( Joshua 7:1 Joshua 7:5 ) .

Jozua 22:18 In-Context

16 Alzo spreekt de ganse gemeente des HEEREN: Wat overtreding is dit, waarmede gijlieden overtreden hebt tegen den God van Israel, heden afkerende van achter den HEERE, mits dat gij een altaar voor u gebouwd hebt, om heden tegen den HEERE wederspannig te zijn?
17 Is ons de ongerechtigheid van Peor te weinig, van dewelke wij niet gereinigd zijn tot op dezen dag, hoewel de plaag in de vergadering des HEEREN geweest is?
18 Dewijl gij u heden van achter den HEERE afkeert, het zal dan geschieden, als gij heden wederspannig zijt tegen den HEERE, zo zal Hij Zich morgen grotelijks vertoornen tegen de ganse gemeente van Israel.
19 Maar toch, indien het land uwer bezitting onrein is, komt over in het land van de bezitting des HEEREN, waar de tabernakel des HEEREN woont, en neemt bezitting in het midden van ons; maar zijt niet wederspannig tegen den HEERE, en zijt ook niet wederspannig tegen ons, een altaar voor u bouwende, behalve het altaar van den HEERE, onzen God.
20 Heeft niet Achan, de zoon van Zerah, overtreding begaan met het verbannene, en kwam er niet een verbolgenheid over de ganse vergadering van Israel? En die man stierf niet alleen in zijn ongerechtigheid.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.