Jozua 7:3

3 Daarna keerden zij weder naar Jozua, en zeiden tot hem: Dat het ganse volk niet optrekke, dat er omtrent twee duizend mannen, of omtrent drie duizend mannen optrekken, om Ai te slaan; vermoei daarheen al het volk niet; want zij zijn weinige.

Jozua 7:3 Meaning and Commentary

Joshua 7:3

And they returned unto Joshua, and said unto him, let not all
the people go up
After they had reconnoitred the place, they came back to their general, and gave it as their opinion, that there was no need for the whole army to go up against the city:

but let about two or three thousand men go up and smite Ai;
such a number they judged were sufficient to take it:

[and] make not all the people to labour thither;
carrying their tents, bearing their armour, and going up hill:

for they [are but] few;
the inhabitants of Ai, men and women making but twelve thousand; ( Joshua 8:25 ) .

Jozua 7:3 In-Context

1 Maar de kinderen Israels overtraden door overtreding met het verbannene; want Achan, de zoon van Charmi, den zoon van Zabdi, den zoon van Zerah, uit den stam van Juda, nam van het verbannene. Toen ontstak de toorn des HEEREN tegen de kinderen Israels.
2 Als Jozua mannen zond van Jericho naar Ai, dat bij Beth-Aven ligt, aan het oosten van Beth-El, zo sprak hij tot hen, zeggende: Trekt opwaarts en bespiedt het land. Die mannen nu trokken op en bespiedden Ai.
3 Daarna keerden zij weder naar Jozua, en zeiden tot hem: Dat het ganse volk niet optrekke, dat er omtrent twee duizend mannen, of omtrent drie duizend mannen optrekken, om Ai te slaan; vermoei daarheen al het volk niet; want zij zijn weinige.
4 Alzo trokken derwaarts op van het volk omtrent drie duizend man; dewelke vloden voor het aangezicht der mannen van Ai.
5 En de mannen van Ai sloegen van dezelven omtrent zes en dertig man, en vervolgden hen van voor de poort tot Schebarim toe, en sloegen hen in een afgang. Toen versmolt het hart des volks, en het werd tot water.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.