Judas 1:17

17 Maar geliefden, gedenkt gij der woorden, die voorzegd zijn van de apostelen van onzen Heere Jezus Christus;

Judas 1:17 Meaning and Commentary

Jude 1:17

But, beloved
Or "my beloved", as the Syriac and Arabic versions read; or "our brethren", as the Ethiopic version; the apostle addresses the saints in this manner, to distinguish them from the false teachers, and to show that he had a different opinion of them from them; and that be would have them beware of them, and not be surprised at them, since it was no other than what was foretold; and also to engage their attention and regard to the following exhortation:

remember ye the words which were spoken before of the apostles of
our Lord Jesus Christ;
these words mean not the doctrines of the apostles in general, but particularly the prophecies delivered out by them, as by the Apostles Paul and Peter, concerning the false teachers that should arise; and these being spoken of before, and by apostles, even by the apostles, of our Lord Jesus Christ, were worthy of regard, and deserved to be remembered; a remembrance of which is a preservative from error, and a relief in the worst of times, whether of persecution, or heresy. This does not suppose that Jude was not an apostle, only that there were other apostles besides him; and that these, some of them at least, had prophesied of these men, and that he had lived to see their predictions verified; nor does he exclude himself from being one of them; yea, the Ethiopic version reads, "which we the apostles of our Lord Jesus Christ have formerly declared unto you"; see ( 2 Peter 3:2 ) .

Judas 1:17 In-Context

15 Om gericht te houden tegen allen, en te straffen alle goddelozen onder hen, vanwege al hun goddeloze werken, die zij goddelooslijk gedaan hebben, en vanwege al de harde woorden, die de goddeloze zondaars tegen Hem gesproken hebben.

16 Dezen zijn murmureerders, klagers over hun staat, wandelende naar hun begeerlijkheden; en hun mond spreekt zeer opgeblazen dingen, verwonderende zich over de personen om des voordeels wil.

17 Maar geliefden, gedenkt gij der woorden, die voorzegd zijn van de apostelen van onzen Heere Jezus Christus;

18 Dat zij u gezegd hebben, dat er in den laatsten tijd spotters zullen zijn, die naar hun goddeloze begeerlijkheden wandelen zullen.

19 Dezen zijn het, die zichzelven afscheiden, natuurlijke mensen, den Geest niet hebbende.