Klaagliederen 3:59

59 Resch. Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, oordeel mijn rechtzaak.

Klaagliederen 3:59 Meaning and Commentary

Lamentations 3:59

O Lord, thou hast seen my wrong
Or, "my perverseness" {w}; not that he or they had been guilty of; but the wrong that was done to him and them by their enemies; how perverse and ill natured they had been to them; how badly they had used them; what injuries they had done them; none of which escaped the omniscience of God, to which the appeal is made; and upon this follows a petition: judge thou my cause;
the present one; as thou hast pleaded and judged many already, do me justice, right my wrongs, an, save me from mine enemies; and let it appear to all the world my cause is just, and they are in the wrong.

---

FOOTNOTES:

F23 (yttwe) "perversitatem", Pagninus, Montanus; "quae exercetur, vel exercebatur in me", Junius & Tremellius, Piscator.

Klaagliederen 3:59 In-Context

57 Koph. Gij hebt U genaderd ten dage, als ik U aanriep; Gij hebt gezegd: Vrees niet!

58 Resch. Heere! Gij hebt de twistzaken mijner ziel getwist, Gij hebt mijn leven verlost.

59 Resch. Heere! Gij hebt gezien de verkeerdheid, die men mij aangedaan heeft, oordeel mijn rechtzaak.

60 Resch. Gij hebt al hun wraak gezien, al hun gedachten tegen mij.

61 Schin. HEERE! Gij hebt hun smaden gehoord, en al hun gedachten tegen mij;