Leviticus 23:41

41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.

Leviticus 23:41 Meaning and Commentary

Leviticus 23:41

And ye shall keep it a feast unto the Lord seven days in the
year
Every year it was to be kept for the space of seven days, beginning on the fifteenth and ending on the twenty second of the month Tisri or September; [it shall be] a statute for ever in your generations;
until the Messiah should come and tabernacle among men, the substance of this shadow, on whose coming it was to flee away: ye shall celebrate it in the seventh month;
which is repeated for the confirmation of it, and that no mistake might be made.

Leviticus 23:41 In-Context

39 Doch op den vijftienden dag der zevenden maand, als gij het inkomen des lands zult ingegaderd hebben, zult gij des HEEREN feest zeven dagen vieren; op den eersten dag zal er rust zijn, en op den achtsten dag zal er rust zijn.
40 En op den eersten dag zult gij u nemen takken van schoon geboomte, palmtakken, en meien van dichte bomen, met beekwilgen; en gij zult voor het aangezicht des HEEREN, uws Gods, zeven dagen vrolijk zijn.
41 En gij zult dat feest den HEERE zeven dagen in het jaar vieren; het is een eeuwige inzetting voor uw geslachten; in de zevende maand zult gij het vieren.
42 Zeven dagen zult gij in de loofhutten wonen; alle inboorlingen in Israel zullen in loofhutten wonen;
43 Opdat uw geslachten weten, dat Ik de kinderen Israels in loofhutten heb doen wonen, als Ik hen uit Egypteland uitgevoerd heb; Ik ben de HEERE, uw God!
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.