Leviticus 7:20

20 Doch als een ziel het vlees van het dankoffer, hetwelk des HEEREN is, gegeten zal hebben, en haar onreinigheid aan haar is, zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden.

Leviticus 7:20 Meaning and Commentary

Leviticus 7:20

But the soul that eateth [of] the flesh of the sacrifice
of the peace offerings, that [pertain] unto the Lord
That are offered up to him, and so are holy, and therefore not to be eaten by unholy persons, or by any

having his uncleanness upon him;
a profluvious person that has an issue running out of him, a gonorrhoea; see ( Leviticus 15:2 )

even that soul shall be cut off from his people;
be disfranchised as an Israelite, be debarred the privileges of the sanctuary, or be cut off by death before the usual time and term of man's life; so those that eat and drink unworthily in the supper of our Lord, where his flesh is eaten and his blood drank, eat and drink damnation to themselves, ( 1 Corinthians 11:29 ) .

Leviticus 7:20 In-Context

18 Want zo enigzins van dat vlees zijns dankoffers op den derden dag gegeten wordt, die dat geofferd heeft, zal niet aangenaam zijn; het zal hem niet toegerekend worden, het zal een afgrijselijk ding zijn; en de ziel, die daarvan eet, zal haar ongerechtigheid dragen.
19 En het vlees, dat iets onreins aangeroerd zal hebben, zal niet gegeten worden; met vuur zal het verbrand worden; maar aangaande het andere vlees, dat vlees zal een ieder, die rein is, mogen eten.
20 Doch als een ziel het vlees van het dankoffer, hetwelk des HEEREN is, gegeten zal hebben, en haar onreinigheid aan haar is, zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden.
21 En wanneer een ziel iets onreins zal aangeroerd hebben, als de onreinigheid des mensen, of het onreine vee, of enig onrein verfoeisel, en zal van het vlees des dankoffers, hetwelk des HEEREN is, gegeten hebben, zo zal die ziel uit haar volken uitgeroeid worden.
22 Daarna sprak de HEERE tot Mozes, zeggende:
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.