Lukas 12:36

36 En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen.

Lukas 12:36 Meaning and Commentary

Luke 12:36

And ye yourselves like unto men that wait for their
Lord
Who either was at a wedding, or was the bridegroom himself; so be ye in a readiness, waiting for the coming of Christ, the bridegroom of the church:

when he will return from the wedding,
The Syriac version renders it, "from the house of feasting"; from any entertainment, or from the marriage feast, or rather the marriage itself, to the bride chamber: so when Christ has, by the preaching of the Gospel, and the power of his grace, espoused all his elect, he will descend from heaven, and take them to himself; they shall then be called to the marriage supper of the Lamb, and enter with him into the nuptial chamber, and be for ever with him:

that when he cometh and knocketh, they may open to him
immediately;
and let him in without any delay, as soon as ever he comes to the door; and at the first knock, open it to him at once, having light, and being in a posture of readiness, and in constant expectation of him: so such who have believed in Christ, and have been faithful to his cause and interest, and have held fast the profession of their faith without wavering, when Christ shall either come and knock at their doors by death, or shall come to judgment, and sound the alarm of it, they shall be ready to obey the summons with the greatest cheerfulness, and meet him with the utmost pleasure.

Lukas 12:36 In-Context

34 Want waar uw schat is, aldaar zal ook uw hart zijn.

35 Laat uw lendenen omgord zijn, en de kaarsen brandende.

36 En zijt gij den mensen gelijk, die op hun heer wachten, wanneer hij wederkomen zal van de bruiloft, opdat, als hij komt en klopt, zij hem terstond mogen opendoen.

37 Zalig zijn die dienstknechten, welke de heer, als hij komt, zal wakende vinden. Voorwaar, Ik zeg u, dat hij zich zal omgorden, en zal hen doen aanzitten, en bijkomende, zal hij hen dienen.

38 En zo hij komt in de tweede nacht wake, en komt in de derde wake, en vindt hen alzo, zalig zijn dezelve dienstknechten.