Lukas 13:27

27 En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid!

Lukas 13:27 Meaning and Commentary

Luke 13:27

But he shall say,
&c] The Persic version adds, "be gone from my sight, and be far from my door"; expressing indignation at them, an abhorrence of them, as not being able to bear them in his sight, or near unto him:

I tell you, I know you not whence you are;
this is repeated, and with a strong asseveration, to denote the certainty of the truth expressed, and to cast off all hope in them, of ever succeeding by their entreaties and importunity:

depart from me, all ye workers of iniquity;
or "of a lie", as the Syriac and Persic versions render it: for they were deceitful workers, they professed what they did not from the heart believe; they said they were Christians, but were not, and now are found liars; they only attended on the word and ordinances in an hypocritical way, and trusted in, and depended upon, their outward profession of religion, and subjection to ordinances; and by so doing, instead of working righteousness, wrought iniquity; and so as they did not submit to Christ and his righteousness, they are bid to depart from him, as wicked and unrighteous men, as they were: the word "all" is here used, which is not in ( Matthew 7:23 ) which agrees with ( Psalms 6:8 ) to which there seems to be a reference, though it is omitted here, in the Syriac, Arabic, and Persic versions; (See Gill on Matthew 7:23).

Lukas 13:27 In-Context

25 Namelijk nadat de Heer des huizes zal opgestaan zijn, en de deur zal gesloten hebben, en gij zult beginnen buiten te staan, en aan de deur te kloppen, zeggende: Heere, Heere, doe ons open! en Hij zal antwoorden en tot u zeggen: Ik ken u niet, van waar gij zijt.
26 Alsdan zult gij beginnen te zeggen: Wij hebben in Uw tegenwoordigheid gegeten en gedronken, en Gij hebt in onze straten geleerd.
27 En Hij zal zeggen: Ik zeg u, Ik ken u niet, van waar gij zijt; wijkt van Mij af, alle gij werkers der ongerechtigheid!
28 Aldaar zal zijn wening en knersing der tanden, wanneer gij zult zien Abraham, en Izak, en Jakob, en al de profeten in het Koninkrijk Gods, maar ulieden buiten uitgeworpen.
29 En daar zullen er komen van Oosten en Westen, en van Noorden en Zuiden, en zullen aanzitten in het Koninkrijk Gods.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.