Lukas 6:14

14 Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus;

Lukas 6:14 Meaning and Commentary

Luke 6:14

Simon, whom he also named Peter
Which signifies a rock, or stone, as Cephas also does, see ( John 1:42 ) from his constancy, steadfastness, and solidity:

and Andrew his brother;
who was called at the same time with him, and were brethren, both in nature and grace:

James and John:
the two sons of Zebedee, who were called next:

Philip and Bartholomew;
the latter of these is by some thought to be Nathanael.

Lukas 6:14 In-Context

12 En het geschiedde in die dagen, dat Hij uitging naar den berg, om te bidden, en Hij bleef den nacht over in het gebed tot God.
13 En als het dag was geworden, riep Hij Zijn discipelen tot Zich, en verkoos er twaalf uit hen, die Hij ook apostelen noemde:
14 Namelijk Simon, welken Hij ook Petrus noemde; en Andreas zijn broeder, Jakobus en Johannes, Filippus en Bartholomeus;
15 Mattheus en Thomas, Jakobus, den zoon van Alfeus, en Simon genaamd Zelotes;
16 Judas, den broeder van Jakobus, en Judas Iskariot, die ook de verrader geworden is.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.