Lukas 7:34

34 De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en gij zegt: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en zondaren.

Lukas 7:34 Meaning and Commentary

Luke 7:34

The son of man is come eating and drinking
That is, eating bread and drinking wine, as other people do; and shuns no man's company, goes to a wedding, dines with a Pharisee, and eats with publicans and sinners, and carries it freely and courteously to all men:

and ye say, behold a gluttonous man and a wine bibber;
an epicurian, a drunkard, a mere sot, one that gives up himself to sensual pleasures:

a friend of publicans and sinners;
a good fellow, a boon companion, that sits with them, and encourages them in their revellings and drunkenness: such an ill use did the Jews make of our Lord's free, harmless, and innocent conversation with men; and in such a horrid manner did they traduce and vilify him, who was holy in his nature, harmless in his life, separate from sinners, knew no sin, nor ever committed any.

Lukas 7:34 In-Context

32 Zij zijn gelijk aan de kinderen, die op de markt zitten, en elkander toeroepen, en zeggen: Wij hebben u op de fluit gespeeld, en gij hebt niet gedanst; wij hebben u klaagliederen gezongen, en gij hebt niet geweend.
33 Want Johannes de Doper is gekomen, noch brood etende, noch wijn drinkende; en gij zegt: Hij heeft den duivel.
34 De Zoon des mensen is gekomen, etende en drinkende, en gij zegt: Ziet daar, een Mens, Die een vraat en wijnzuiper is, een Vriend van tollenaren en zondaren.
35 Doch de wijsheid is gerechtvaardigd geworden van al haar kinderen.
36 En een der Farizeen bad Hem, dat Hij met hem ate; en ingegaan zijnde in des Farizeers huis, zat Hij aan.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.