Markus 5:31

31 En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt?

Markus 5:31 Meaning and Commentary

Mark 5:31

And his disciples said unto him
Peter, and they that were with him; after the crowd that were about him denied that any of them had touched him; see ( Luke 8:45 ) ,

thou seest the multitude thronging thee, and sayest thou who touched
me?
They seem astonished at his question, and answer with some degree of warmth, and almost ready to charge it as weak: and impertinent; since, as there was such a crowd about him, pressing him on every side, he could not but be touched by many; and therefore to ask who touched him, when this was the case, they thought was a very strange and unnecessary question.

Markus 5:31 In-Context

29 En terstond is de fontein haars bloeds opgedroogd, en zij gevoelde aan haar lichaam, dat zij van die kwaal genezen was.

30 En terstond Jezus, bekennende in Zichzelven de kracht, die van Hem uitgegaan was, keerde Zich om in de schare, en zeide: Wie heeft Mijn klederen aangeraakt?

31 En Zijn discipelen zeiden tot Hem: Gij ziet, dat de schare U verdringt, en zegt Gij: Wie heeft Mij aangeraakt?

32 En Hij zag rondom om haar te zien, die dat gedaan had.

33 En de vrouw, vrezende en bevende, wetende, wat aan haar geschied was, kwam en viel voor Hem neder, en zeide Hem al de waarheid.