Mattheüs 26:62

62 En de hogepriester, opstaande, zeide tot Hem: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U?

Mattheüs 26:62 Meaning and Commentary

Matthew 26:62

And the high priest arose and said unto him
He rose up from his seat in great wrath and anger; partly being vexed, that they could get no other and better testimony; and partly because of Christ's contemptuous silence, giving no answer to the witnesses, as judging they deserved none; and which highly provoked the high priest, and therefore in passion said,

answerest thou nothing? what is it which these witness against thee?
Is it true or false, right or wrong? The Vulgate Latin renders it, "dost thou answer nothing to those things which these witness against thee?" To which agree the Arabic version, and Munster's Hebrew Gospel.

Mattheüs 26:62 In-Context

60 En hoewel er vele valse getuigen toegekomen waren, zo vonden zij toch niet.
61 Maar ten laatste kwamen twee valse getuigen, en zeiden: Deze heeft gezegd: Ik kan den tempel Gods afbreken, en in drie dagen denzelven opbouwen.
62 En de hogepriester, opstaande, zeide tot Hem: Antwoordt Gij niets? Wat getuigen dezen tegen U?
63 Doch Jezus zweeg stil. En de hogepriester, antwoordende, zeide tot Hem: Ik bezweer U bij den levenden God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van God?
64 Jezus zeide tot hem: Gij hebt het gezegd. Doch Ik zeg ulieden: Van nu aan zult gij zien den Zoon des mensen, zittende ter rechter hand der kracht Gods, en komende op de wolken des hemels.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.