Nahum 2:6

6 De poorten der rivieren zullen geopend worden, en het paleis zal versmelten.

Nahum 2:6 Meaning and Commentary

Nahum 2:6

The gates of the rivers shall be opened
Of Diava and Adiava, or Lycus and Caprus, between which, according to some writers {i}, Nineveh was situated; or the gates of the city, which lay nearest to the river Tigris, are meant; or that river itself, the plural for the singular, which overflowing, broke down the walls of the city for two and a half miles, and opened a way for the Medes and Chaldeans to enter in; of which see ( Nahum 1:8 ) : and the palace shall be dissolved;
by the inundation, or destroyed by the enemy; meaning the palace of the king, which might be situated near the river; or the temple of Nisroch the Assyrian deity, or Jupiter Belus; for the same word ^F11 signifies a temple as well as palace.

---

FOOTNOTES:

F9 Vid. Fuller. Miscel. Sacr. l. 3. c. 6.
F11 (lkyhh) "templum", V. L. Junius & Tremellius, Piscator, Drusius, Cocceius.

Nahum 2:6 In-Context

4 De wagens razen door de wijken, zij lopen ginds en weder op de straten; hun gedaanten zijn als der fakkelen, zij lopen door elkander henen als de bliksemen.

5 Hij zal aan zijn voortreffelijken gedenken, doch zij zullen struikelen in hun tochten; zij zullen haasten naar hun muur, als het beschutsel vaardig zal wezen.

6 De poorten der rivieren zullen geopend worden, en het paleis zal versmelten.

7 En Huzab zal gevankelijk weggevoerd worden, men zal haar heten voortgaan; en haar maagden zullen haar geleiden, als met een stem der duiven, trommelende op haar harten.

8 Nineve is wel als een watervijver, van de dagen af dat zij geweest is, doch zij zullen vluchten. Staat, staat! zal men roepen, maar niemand zal omzien.