Nehemia 10:37

37 En dat wij de eerstelingen onzes deegs, en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, in de kameren van het huis onzes Gods, en de tienden onzes lands tot de Levieten; en dat dezelfde Levieten de tienden zouden hebben in alle steden onzer landbouwerij;

Nehemia 10:37 Meaning and Commentary

Nehemiah 10:37

And that we should bring the first fruits of our dough
According to the law in ( Numbers 15:20 Numbers 15:21 )

and our offerings;
their heave offerings, ( Numbers 18:8 Numbers 18:11 )

and the fruit of all manner of trees;
bore by them on the fourth year after their planting, ( Leviticus 19:23 Leviticus 19:24 )

of wine and oil;
to which Aben Ezra restrains the fruit of the trees, see ( Numbers 18:12 ) , all these they were to bring

unto the priests, to the chambers the house of our God;
there to be laid up for the use of it; and oil and wine were frequently used in sacrifices:

and the tithes of our ground unto the Levites, that the same Levites
might have the tithes in all the cities of our village;
the tenth part of the produce of their agriculture everywhere throughout the land, see ( Numbers 18:21 ) .

Nehemia 10:37 In-Context

35 Dat wij ook de eerstelingen onzes lands en de eerstelingen van alle vrucht van al het geboomte, jaar op jaar, zouden brengen ten huize des HEEREN;
36 En de eerstgeborenen onzer zonen en onzer beesten, gelijk het in de wet geschreven is; en dat wij de eerstgeborenen onzer runderen en onzer schapen zouden brengen ten huize onzes Gods, tot de priesteren, die in het huis onzes Gods dienen.
37 En dat wij de eerstelingen onzes deegs, en onze hefofferen, en de vrucht aller bomen, most en olie, zouden brengen tot de priesteren, in de kameren van het huis onzes Gods, en de tienden onzes lands tot de Levieten; en dat dezelfde Levieten de tienden zouden hebben in alle steden onzer landbouwerij;
38 En dat er een priester, een zoon van Aaron, bij de Levieten zou zijn, als de Levieten de tienden ontvangen; en dat de Levieten de tienden zouden opbrengen ten huize onzes Gods, in de kameren van het schathuis.
39 Want de kinderen Israels en de kinderen van Levi moeten hefoffer van koren, most en olie in die kameren brengen, omdat aldaar de vaten des heiligdoms zijn, en de priesteren, die dienen, en de poortiers, en de zangers; dat wij alzo het huis onzes Gods niet zouden verlaten.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.