Nehemia 13:5

5 En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden het spijsoffer, den wierook en de vaten, en de tienden van koren, van most en van olie, die bevolen waren voor de Levieten, en de zangers, en de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren.

Nehemia 13:5 Meaning and Commentary

Nehemiah 13:5

And he had prepared for him a great chamber
In the temple, by throwing together several chambers, as Piscator observes:

where aforetime they laid the meat offerings, the frankincense, and
the vessels, and the tithes of the corn, the new wine, and the oil,
which was commanded to be given to the Levites, and to the singers,
and the porters, and the offerings of the priests;
see ( Nehemiah 10:37-39 ) ( 12:44 ) .

Nehemia 13:5 In-Context

3 Zo geschiedde het, als zij deze wet hoorden, dat zij alle vermengeling van Israel afscheidden.
4 Eljasib nu, de priester, die gesteld was over de kamer van het huis onzes Gods, was voor dezen nabestaande van Tobia geworden.
5 En hij had hem een grote kamer gemaakt, alwaar zij te voren henenleiden het spijsoffer, den wierook en de vaten, en de tienden van koren, van most en van olie, die bevolen waren voor de Levieten, en de zangers, en de poortiers, mitsgaders het hefoffer der priesteren.
6 Doch in dit alles was ik niet te Jeruzalem; want in het twee en dertigste jaar van Arthahsasta, koning van Babel, kwam ik tot den koning; maar ten einde van sommige dagen verkreeg ik weder verlof van den koning.
7 En ik kwam te Jeruzalem, en verstond van het kwaad, dat Eljasib voor Tobia gedaan had, makende hem een kamer in de voorhoven van Gods huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.