Nehemia 6:2

2 Zo zond Sanballat, en Gesem, tot mij, om te zeggen: Kom en laat ons te zamen vergaderen in de dorpen, in het dal Ono. Maar zij dachten mij kwaad te doen.

Nehemia 6:2 Meaning and Commentary

Nehemiah 6:2

Then Sanballat and Geshem sent unto me
Messengers:

saying, come, let us meet together in some one of the villages;
in Cephirim, which Jarchi takes to be the name of a place, perhaps the same with Cephirah, a city in the tribe of Benjamin, ( Joshua 18:26 )

in the plain of Ono;
which was in the same tribe, see ( 1 Chronicles 8:12 ) , they might pretend a friendly meeting, to accommodate differences between them, or to converse together about the general interest of the king of Persia in those parts:

but they thought to do me mischief;
to kill him, or at least to confine him; this he either conjectured from their general character and behaviour, or he had intelligence of their design.

Nehemia 6:2 In-Context

1 Voorts is het geschied, als van Sanballat, en Tobia, en van Gesem, den Arabier, en van onze andere vijanden gehoord was, dat ik den muur gebouwd had, en dat geen scheur daarin was overgelaten; ook had ik tot dezen tijd toe de deuren niet opgezet in de poorten;
2 Zo zond Sanballat, en Gesem, tot mij, om te zeggen: Kom en laat ons te zamen vergaderen in de dorpen, in het dal Ono. Maar zij dachten mij kwaad te doen.
3 En ik zond boden tot hen, om te zeggen: Ik doe een groot werk, zodat ik niet zal kunnen afkomen; waarom zou dit werk ophouden, terwijl ik het zou nalaten, en tot ulieden afkomen?
4 Zij zonden nu wel viermaal tot mij, op dezelfde wijze. En ik antwoordde hun op dezelfde wijze.
5 Toen zond Sanballat tot mij op dezelfde wijze, ten vijfden male, zijn jongen, met een open brief in zijn hand.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.