Nehemia 9:8

8 En Gij hebt zijn hart getrouw gevonden voor Uw aangezicht, en hebt een verbond met hem gemaakt, dat Gij zoudt geven het land der Kanaanieten, der Hethieten, der Amorieten, en der Ferezieten, en der Jebusieten, en der Girgasieten, dat Gij het zijn zade zoudt geven; en Gij hebt Uw woorden bevestigd, omdat Gij rechtvaardig zijt.

Nehemia 9:8 Meaning and Commentary

Nehemiah 9:8

And foundest his heart faithful before thee
A true believer in his word and promises, ( Genesis 15:6 ) and closely attached to the fear of him, and observance of his commands, as abundantly appeared in the trial of him, in offering up his son, ( Genesis 22:1 Genesis 22:2 Genesis 22:12 ) ,

and madest a covenant with him, to give the land of the Canaanites,
the Hittites, the Amorites, and the Perizzites, and the Jebusites,
and the Girgashites, to give it, [I say], to his seed;
not to him personally, but to his posterity, at least including and chiefly designing them; of which covenant see ( Genesis 15:18-21 ) ,

and hast performed thy words,
for thou art righteous; in all his ways and works, faithful to his promise, a covenant keeping God, and who kept and fulfilled this covenant, assisting Joshua to conquer the land of Canaan, and put Israel into the possession of it.

Nehemia 9:8 In-Context

6 Gij zijt die HEERE alleen, Gij hebt gemaakt den hemel, den hemel der hemelen, en al hun heir, de aarde en al wat daarop is, de zeeen en al wat daarin is, en Gij maakt die allen levend; en het heir der hemelen aanbidt U.
7 Gij zijt die HEERE, de God, Die Abram hebt verkoren, en hem uit Ur der Chaldeen uitgevoerd; en Gij hebt zijn naam gesteld Abraham.
8 En Gij hebt zijn hart getrouw gevonden voor Uw aangezicht, en hebt een verbond met hem gemaakt, dat Gij zoudt geven het land der Kanaanieten, der Hethieten, der Amorieten, en der Ferezieten, en der Jebusieten, en der Girgasieten, dat Gij het zijn zade zoudt geven; en Gij hebt Uw woorden bevestigd, omdat Gij rechtvaardig zijt.
9 En Gij hebt aangezien onzer vaderen ellende in Egypte, en Gij hebt hun geroep gehoord aan de Schelfzee;
10 En Gij hebt tekenen en wonderen gedaan aan Farao, en aan al zijn knechten, en aan al het volk zijns lands; want Gij wist, dat zij trotselijk tegen hen handelden; en Gij hebt U een Naam gemaakt, als het is te dezen dage.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.