Numberi 16:27

27 Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan en Abiram, van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de deur hunner tenten, met hun vrouwen, en hun zonen, en hun kinderkens.

Numberi 16:27 Meaning and Commentary

Numbers 16:27

So they gat up from the tabernacle of Korah, Dathan, and
Abiram, on every side
The place where they met together and made their general rendezvous; this it seems was encompassed on all sides by people out of the several tribes, who either wished them well in their undertaking, or were curious to know how it would issue; and Dathan and Abiram came out;
out of the tabernacle of Korah, and went to their own tents; and came out of them, and stood in the door of their tents, and their wives, and their sons,
and their little children;
in an audacious manner, as not fearing God nor man; they carried their heads high, and were not in the least daunted at what they were threatened with; and by their looks and gestures bid defiance to Moses and the elders with him.

Numberi 16:27 In-Context

25 Toen stond Mozes op, en ging tot Dathan en Abiram; en achter hem gingen de oudsten van Israel.
26 En hij sprak tot de vergadering, zeggende: Wijkt toch af van de tenten dezer goddeloze mannen, en roert niets aan van hetgeen hunner is, opdat gij niet misschien verdaan wordt in al hun zonden.
27 Zo gingen zij op van de woning van Korach, Dathan en Abiram, van rondom; maar Dathan en Abiram gingen uit, staande in de deur hunner tenten, met hun vrouwen, en hun zonen, en hun kinderkens.
28 Toen zeide Mozes: Hieraan zult gij bekennen, dat de HEERE mij gezonden heeft, om al deze daden te doen, dat zij niet uit mijn eigen hart zijn.
29 Indien deze zullen sterven, gelijk alle mensen sterven, en over hen een bezoeking zal gedaan worden, naar aller mensen bezoeking, zo heeft mij de HEERE niet gezonden.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.