Numberi 2:4

4 Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd.

Numberi 2:4 Meaning and Commentary

Numbers 2:4

And his host, and those that were numbered of them
As they had been before; and, supposing these words to be the words of God, there is no necessity of rendering them in the future, as some have observed; though they seem rather to be the words of Moses, who under every tribe repeats the number, which is exactly the same as when taken; and though it was not till twenty days after that they set forward according to their order of encampment, not one of them died, which Aben Ezra observes as a very wonderful thing;

[were] threescore and fourteen thousand and six hundred;
the number of the tribe of Judah were 74,600; see ( Numbers 1:27 ) .

Numberi 2:4 In-Context

2 De kinderen Israels zullen zich legeren, een ieder onder zijn banier, naar de tekenen van het huis hunner vaderen; rondom tegenover de tent der samenkomst zullen zij zich legeren.
3 Die zich nu legeren zullen oostwaarts tegen den opgang, zal zijn de banier des legers van Juda, naar hun heiren; en Nahesson, de zoon van Amminadab, zal de overste der zonen van Juda zijn.
4 Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en zeventig duizend en zeshonderd.
5 En nevens zal zich legeren de stam van Issaschar; en Nethaneel, de zoon van Zuar, zal de overste der zonen van Issaschar zijn.
6 Zijn heir nu, en zijn getelden waren vier en vijftig duizend en vierhonderd.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.