Numberi 32:39

39 En de kinderen van Machir, den zoon van Manasse, gingen naar Gilead, en namen dat in, en zij verdreven de Amorieten, die daarin waren, uit de bezitting.

Numberi 32:39 Meaning and Commentary

Numbers 32:39

And the children of Machir the son of Manasseh went to Gilead,
and took it
That part of it which Moses gave unto the half tribe of Manasseh, which till now was in the hand of the Amorites; for half Mount Gilead, and the cities thereof, were given to the Reubenites and Gadites, which is the land of Gilead they desired, and which was already conquered; for they call it the country which the Lord smote before Israel, ( Numbers 32:1 Numbers 32:4 ) ( Deuteronomy 3:12 Deuteronomy 3:13 ) :

and dispossessed the Amorite which was in it;
for though they were driven out of one part of Gilead, yet not out of the whole.

Numberi 32:39 In-Context

37 En de kinderen van Ruben bouwden Hezbon, en Eleale, en Kirjathaim,
38 En Nebo, en Baal-Meon, veranderd zijnde van naam, en Sibma; en zij noemden de namen der steden, die zij bouwden, met andere namen.
39 En de kinderen van Machir, den zoon van Manasse, gingen naar Gilead, en namen dat in, en zij verdreven de Amorieten, die daarin waren, uit de bezitting.
40 Zo gaf Mozes Gilead aan Machir, den zoon van Manasse; en hij woonde daarin.
41 Jair nu, de zoon van Manasse, ging heen en nam hunlieder dorpen in, en hij noemde die Havvoth-Jair.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.