Psalmen 140:6

6 De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.

Psalmen 140:6 Meaning and Commentary

Psalms 140:6

I said unto the Lord, thou [art] my God
He said this to the Lord himself; claimed his covenant interest in him, and expressed it in the strength of faith: and this he did when in the midst of trouble and distress; in danger of falling into the hands of evil and violent men; they imagined mischief against him; were bent on his ruin, and laid nets, snares, gins, and traps for him; when he applied to his God, who only could deliver him; and being his covenant God, he had reason to believe he would; see ( Psalms 31:14 ) ;

hear the voice of my supplications, O Lord;
the requests he put up in an humble manner for deliverance and salvation; and which he expressed vocally, and entreated they might be heard and answered; and nothing could tend more to strengthen his faith in this than that it was his own God and Father he prayed unto; see ( Psalms 28:2 ) ; Thus Christ, in the days of his flesh, offered up prayers and supplications with strong crying; and in the midst of his troubles, and surrounded with enemies, declared his faith in God as his God, ( Hebrews 5:7 ) ( Psalms 22:10 Psalms 22:11 ) ( Matthew 27:46 ) .

Psalmen 140:6 In-Context

4 Zij scherpen hun tong, als een slang; heet addervergift is onder hun lippen. Sela.
5 Bewaar mij, HEERE! van de handen des goddelozen; behoed mij van den man alles gewelds; van hen, die mijn voeten denken weg te stoten.
6 De hovaardigen hebben mij een strik verborgen, en koorden; zij hebben een net uitgespreid aan de zijde des wegs; valstrikken hebben zij mij gezet. Sela.
7 Ik heb tot den HEERE gezegd: Gij zijt mijn God; neem ter ore, o HEERE! de stem mijner smekingen.
8 HEERE, Heere, Sterkte mijns heils! Gij hebt mijn hoofd bedekt ten dage der wapening.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.