Psalmen 81:11

11 Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.

Psalmen 81:11 Meaning and Commentary

Psalms 81:11

But my people would not hearken to my voice
Neither as exhorting them to the above duties, nor as promising the above favours; would neither hearken to the voice of the law, nor to the voice of the Gospel; but were like the deaf adder, which stops its ear to the voice of the charmer, charming never so wisely:

and Israel would none of me;
would not attend to his word, acquiesce in his will, nor delight themselves in him, and in his worship and service; would have none of his salutary doctrines, or wholesome reproofs, nor of his laws and government; would not have him to reign over them, nor to be their Saviour, though the only one, and there is none beside him; though the chiefest good, and from whom all good things come, and is the portion and exceeding great reward of his people: see ( Proverbs 1:25 Proverbs 1:30 ) .

Psalmen 81:11 In-Context

9 Mijn volk, zeide Ik hoor toe, en Ik zal onder u betuigen, Israel, of gij naar Mij hoordet!
10 Er zal onder u geen uitlands god wezen, en gij zult u voor geen vreemden god nederbuigen.
11 Ik ben de Heere, uw God, Die u heb opgevoerd uit het land van Egypte; doe uw mond wijd open, en Ik zal hem vervullen.
12 Maar Mijn volk heeft Mijn stem niet gehoord; en Israel heeft Mijner niet gewild.
13 Dies heb Ik het overgegeven in het goeddunken huns harten, dat zij wandelden in hun raadslagen.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.