Richtere 18:21

21 Alzo keerden zij zich, en togen voort; en zij stelden de kinderkens, en het vee, en de bagage voor zich.

Richtere 18:21 Meaning and Commentary

Judges 18:21

So they turned and departed
Turned from the gate of the city where Micah dwelt, and marched forward to Laish:

and put the little ones, and the cattle, and the carriage, before them;
partly for safety from Micah, and his friends and neighbours, and partly that they might not be overdriven: their wives, who doubtless were with them, though not mentioned, and their children, and also their flocks and herds, they brought with them from Zorah and Eshtaol, as never intending to return again thither, and being fully assured they should take Laish, and the country about, and settle there; and also all their wealth and substance, as the Targum renders the word for "carriage", whatever they were possessed of that was movable; their vessels, silver and gold, and other movables, as Kimchi interprets it, whatever was weighty, valuable and glorious, as the word signifies, or that was of any importance and worth.

Richtere 18:21 In-Context

19 En zij zeiden tot hem: Zwijg, leg uw hand op uw mond, en ga met ons, en wees ons tot een vader en tot een priester! Is het beter, dat gij een priester zijt voor het huis van een man, of dat gij een priester zijt voor een stam, en een geslacht in Israel?
20 Toen werd het hart van den priester vrolijk, en hij nam den efod, en de terafim, en het gesneden beeld, en hij kwam in het midden des volks.
21 Alzo keerden zij zich, en togen voort; en zij stelden de kinderkens, en het vee, en de bagage voor zich.
22 Als zij nu verre van Micha's huis gekomen waren, zo werden de mannen, zijnde in de huizen, die bij het huis van Micha waren, bijeengeroepen, en zij achterhaalden de kinderen van Dan.
23 En zij riepen de kinderen van Dan na; dewelke hun aangezichten omkeerden, en zeiden tot Micha: Wat is u, dat gij bijeengeroepen zijt?
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.