Richtere 18:23

23 En zij riepen de kinderen van Dan na; dewelke hun aangezichten omkeerden, en zeiden tot Micha: Wat is u, dat gij bijeengeroepen zijt?

Richtere 18:23 Meaning and Commentary

Judges 18:23

And they cried unto the children of Dan
When they had got pretty near them, and in their hearing, they called to them aloud, and desired they would stop, having something to say to them:

and they turned their faces;
that is, the Danites turned and looked at them, and stopped to hear what they had to say to them; these were they who were in the rear in marching:

and said unto Micah;
who was at the head of them:

what aileth thee that thou comest with such a company?
as if he intended to attack them in an hostile way, and therefore asks what should be the occasion of it? what affront had been given him, what injury had been done him, that had provoked him to come out and follow them in such a manner?

Richtere 18:23 In-Context

21 Alzo keerden zij zich, en togen voort; en zij stelden de kinderkens, en het vee, en de bagage voor zich.
22 Als zij nu verre van Micha's huis gekomen waren, zo werden de mannen, zijnde in de huizen, die bij het huis van Micha waren, bijeengeroepen, en zij achterhaalden de kinderen van Dan.
23 En zij riepen de kinderen van Dan na; dewelke hun aangezichten omkeerden, en zeiden tot Micha: Wat is u, dat gij bijeengeroepen zijt?
24 Toen zeide hij: Gijlieden hebt mijn goden, die ik gemaakt had, weggenomen, mitsgaders den priester, en zijt weggegaan; wat heb ik nu meer? Wat is het dan, dat gij tot mij zegt: Wat is u?
25 Maar de kinderen van Dan zeiden tot hem: Laat uw stem bij ons niet horen, opdat niet misschien mannen, van bitteren gemoede, op u aanvallen, en gij uw leven verliest, en het leven van uw huis.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.