Richtere 18:3

3 Zijnde bij het huis van Micha, zo kenden zij de stem van den jongeling, den Leviet; en zij weken daarheen, en zeiden tot hem: Wie heeft u hier gebracht, en wat doet gij alhier, en wat hebt gij hier?

Richtere 18:3 Meaning and Commentary

Judges 18:3

When they were by the house of Micah
At their inn, which might be next to it, or as they were passing by it:

they knew the voice of the young man the Levite;
who had been in their country, and they had been in his company and conversation, and they knew the tone of his voice when they heard it; a particular brogue he might have. Abarbinel conjectures, that he was singing to Micah's idol, or multiplying his prayers before him:

and they turned in thither;
into Micah's house, and into the apartment where the young man was;

and said unto him, who brought thee hither?
they knew he was of Bethlehemjudah; they inquire therefore how he came there, who sent for him, and by what means he was brought to that place:

and what makest thou in this place?
they knew he was a Levite, and that such an one had no business to minister but at the tabernacle, and therefore they inquire what was his employment here: and what hast thou here? to support himself with, what he had for his maintenance, or how he lived.

Richtere 18:3 In-Context

1 In die dagen was er geen koning in Israel; en in dezelve dagen zocht de stam der Danieten voor zich een erfenis om te wonen; want hun was tot op dien dag onder de stammen van Israel niet genoegzaam ter erfenis toegevallen.
2 Zo zonden de kinderen van Dan uit hun geslacht vijf mannen uit hun einden, mannen, die strijdbaar waren, van Zora en van Esthaol, om het land te verspieden, en dat te doorzoeken; en zij zeiden tot hen: Gaat, doorzoekt het land. En zij kwamen aan het gebergte van Efraim, tot aan het huis van Micha, en vernachtten aldaar.
3 Zijnde bij het huis van Micha, zo kenden zij de stem van den jongeling, den Leviet; en zij weken daarheen, en zeiden tot hem: Wie heeft u hier gebracht, en wat doet gij alhier, en wat hebt gij hier?
4 En hij zeide tot hen: Zo en zo heeft Micha mij gedaan; en hij heeft mij gehuurd, en ik ben hem tot een priester.
5 Toen zeiden zij tot hem: Vraag toch God, dat wij mogen weten, of onze weg, op welken wij wandelen, voorspoedig zal zijn.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.