Richtere 3:13

13 En hij vergaderde tot zich de kinderen Ammons en de Amalekieten en hij toog heen, en sloeg Israel, en zij namen de Palmstad in bezit.

Richtere 3:13 Meaning and Commentary

Judges 3:13

And he gathered unto him the children of Ammon and Amalek,
&c.] Either the Lord gathered them to Eglon, inclined them to enter into a confederacy with him, to assist in the war against Israel; or the king of Moab got them to join with him in it, they being his neighbours, and enemies to Israel, and especially Amalek:

and went and smote Israel;
first the two tribes and a half, which lay on that side Jordan Moab did, whom it is reasonable to suppose he would attack first; and having defeated them, he came over Jordan:

and possessed the city of the palm trees;
Jericho, as the Targum, which was set with palm trees; see ( Deuteronomy 34:3 ) ( Judges 1:16 ) ; not the city itself, for that was destroyed by Joshua, and not rebuilt until the time of Ahab; but the country, about it, or, as Abarbinel thinks, a city that was near it; here Josephus says ^F20 he had his royal palace; it is probable he built a fort or garrison here, to secure the fords of Jordan, and his own retreat; as well as to keep up a communication with his own people, and prevent the tribes of the other side giving any assistance to their brethren, if able and disposed to do it.

---

FOOTNOTES:

F20 Antiqu. l. 5. c. 4. sect. 1.

Richtere 3:13 In-Context

11 Toen was het land veertig jaren stil, en Othniel, de zoon van Kenaz, stierf.

12 Maar de kinderen Israels voeren voort te doen, dat kwaad was in de ogen des HEEREN; toen sterkte de HEERE Eglon, den koning der Moabieten, tegen Israel, omdat zij deden, wat kwaad was in de ogen des HEEREN.

13 En hij vergaderde tot zich de kinderen Ammons en de Amalekieten en hij toog heen, en sloeg Israel, en zij namen de Palmstad in bezit.

14 En de kinderen Israels dienden Eglon, koning der Moabieten, achttien jaren.

15 Toen riepen de kinderen Israels tot den HEERE, en de HEERE verwekte hun een verlosser, Ehud, den zoon van Gera, een zoon van Jemini, een man, die links was. En de kinderen Israels zonden door zijn hand een geschenk aan Eglon, den koning der Moabieten.