Richtere 5:13

13 Toen deed Hij de overgeblevenen heersen over de heerlijken onder het volk; de HEERE doet mij heersen over de geweldigen.

Richtere 5:13 Meaning and Commentary

Judges 5:13

Then he made him that remaineth
The people of Israel that remained, who had been under the yoke of Jabin king of Canaan, under which many of the Israelites very probably died; but now the few mean and miserable that remained were raised to an high estate, and made to

have dominion over the nobles among the people;
that is, over the Canaanitish nobility, that were among the people under Jabin; but he being conquered by the Israelites, his people and even his nobles became subject to them; and this was the Lord's doing, as the following words show:

the Lord made me have dominion over the mighty;
that is, Deborah, to whom God gave dominion either over the mighty ones of Israel, being raised up to be their judge; or over the mighty Canaanites, she having a concern in the conquest of them and triumph over them, through her direction, advice, command, and presence, though a woman.

Richtere 5:13 In-Context

11 Van het gedruis der schutters, tussen de plaatsen, waar men water schept, spreekt aldaar te zamen van de gerechtigheid des HEEREN, van de gerechtigheden, bewezen aan zijn dorpen in Israel; toen ging des HEEREN volk af tot de poorten.
12 Waak op, waak op, Debora, waak op, waak op, spreek een lied! maak u op, Barak! en leid uw gevangenen gevangen, gij zoon van Abinoam.
13 Toen deed Hij de overgeblevenen heersen over de heerlijken onder het volk; de HEERE doet mij heersen over de geweldigen.
14 Uit Efraim was hun wortel tegen Amalek. Achter u was Benjamin onder uw volken. Uit Machir zijn de wetgevers afgetogen, en uit Zebulon, trekkende door den staf des schrijvers.
15 Ook waren de vorsten in Issaschar met Debora; en gelijk Issaschar, alzo was Barak; op zijn voeten werd hij gezonden in het dal. In Rubens gedeelten waren de inbeeldingen des harten groot.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.