Richtere 8:23

23 Maar Gideon zeide tot hen: Ik zal over u niet heersen; ook zal mijn zoon over u niet heersen; de HEERE zal over u heersen.

Richtere 8:23 Meaning and Commentary

Judges 8:23

And Gideon said unto them, I will not rule over you
Not that he declined the government of them as a judge, to which he was raised of God, but as a king, for which he had no authority and call from God; the choice of a king belonging to him, and not to the people:

neither shall my son rule over you;
which Abarbinel thinks he spake as a prophet, and under the inspiration of the Holy Spirit; for after his death neither Jether his eldest son, nor any of the rest of his legitimate sons, ruled over them; for they were all slain by Abimelech, the son of his concubine, who was made king:

the Lord shall rule over you;
as he did; their government was a theocracy, which they would have changed, but Gideon would not agree to it.

Richtere 8:23 In-Context

21 Toen zeiden Zebah en Tsalmuna: Sta gij op, en val op ons aan, want naar dat de man is, zo is zijn macht. Zo stond Gideon op, en doodde Zebah en Tsalmuna, en nam de maantjes, die aan de halzen hunner kemelen waren.
22 Toen zeiden de mannen van Israel tot Gideon: Heers over ons, zo gij als uw zoon en uws zoons zoon, dewijl gij ons van der Midianieten hand verlost hebt.
23 Maar Gideon zeide tot hen: Ik zal over u niet heersen; ook zal mijn zoon over u niet heersen; de HEERE zal over u heersen.
24 Voorts zeide Gideon tot hen: Een begeerte zal ik van u begeren: geeft mij maar een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof; want zij hadden gouden voorhoofdsierselen gehad, dewijl zij Ismaelieten waren.
25 En zij zeiden: Wij zullen ze gaarne geven; en zij spreidden een kleed uit, en wierpen daarop een iegelijk een voorhoofdsiersel van zijn roof.
The Dutch Staten Vertaling translation is in the public domain.