Richtere 9:41

41 Abimelech nu bleef te Aruma; en Zebul verdreef Gaal en zijn broederen, dat zij te Sichem niet mochten wonen.

Richtere 9:41 Meaning and Commentary

Judges 9:41

And Abimelech dwelt at Arumah
Called also Aarima as Jerom ^F12 says, and in his time called Remphtis; it seems to be not far off from Shechem, he returned to the place where he was before, see ( Judges 9:31 ) contenting himself with the advantage he had got, and waiting when another opportunity would offer, which quickly did, to be revenged on the Shechemites:

and Zebul thrust out Gaal and his brethren, that they should not dwell
in Shechem;
there seems to have been two parties in Shechem before, one that hated Abimelech, and another more friendly to his interest; by which means Zebul his officer kept his post, and Gaal could not get the government into his hand; and now by the loss in the late battle, who were Abimelech's sworn enemies, and the disgrace Gaal fell into by being beaten, Zebul was able, so far able to carry his point, as to drive Gaul and his brethren out of the city; though he had not strength to put him to death, or to seize him and deliver him into the hands of Abimelech.

---

FOOTNOTES:

F12 De loc. Heb. fol. 94. B.

Richtere 9:41 In-Context

39 En Gaal trok uit voor het aangezicht der burgeren van Sichem, en hij streed tegen Abimelech.

40 En Abimelech jaagde hem na, want hij vlood voor zijn aangezicht; en er vielen vele verslagenen tot aan de deur der stads poort.

41 Abimelech nu bleef te Aruma; en Zebul verdreef Gaal en zijn broederen, dat zij te Sichem niet mochten wonen.

42 En het geschiedde des anderen daags dat het volk uittrok in het veld, en zij zeiden het Abimelech aan.

43 Toen nam hij het volk, en deelde hen in drie hopen, en hij legde lagen in het veld; en hij zag toe, en ziet, het volk trok uit de stad, zo maakte hij zich tegen hen op, en sloeg hen.